Aan de oostkant hebben we vier rijen bomen geplant: dennen, sparren en lariksen. Zo hebben we een deel van het boerenerf van de tuin gescheiden. Zo'n bos is een prima dekking tegen harde wind en sneeuwstormen. Er groeien wilde aardbeien en anemonen in en soms verschijnen er zelfs vlinders. We hebben een rij taxus, thuja en sierspar geplant in de buurt van de grens van de buurt.
In plaats van een wicket plaatsen we een pergola. Daarop bloeien in de zomer geurige milina's. Verderop langs de kasseien kleurt een ligusterhaag groen. We hebben een groot overdekt terras naast het huis. We versieren het met hangende potten met rode geraniums.
De hoek met een treurwilg is de trots van onze tuin. In de zomer hangt er een hangmat onder. In de buurt ontwierpen we een rotstuin met kruipende planten en lelietje-van-dalen, varens en maagdenpalm. Meestal vullen we deze plek met witte hyacinten, tulpen en viooltjes, die ook in oude potten of kleivaten groeien. Als ze vervagen, planten we rode salie en gele goudsbloemen op hun plaats, die tot de late herfst een lust voor het oog zijn. Ik maak hun zaailingen zelf in het vroege voorjaar. Dan is het voldoende om ze onder het agrotextiel te quilten.
We brengen onze vrije tijd graag door in onze tuin. Samen met familie en vrienden houden we hier vaak een barbecue en picknick.
Małgorzata Dutka