Kaukasische ganzen - teelt, positie, verzorging

De Kaukasische ganzen (Arabis caucasica) behoort tot de familie Brassicaceae. Het komt uit de berggebieden van Europa en Centraal- en Oost-Azië. Deze kleine, kruipende vaste plant wordt tot 30 cm hoog. Het groeit weelderig en creëert dichte watervallen die in de lente overladen zijn met delicate witte bloemen. De laatste jaren zijn er tal van soorten verschenen, ook met roze en paarse bloemen. De Kaukasische ganzen bloeien in het voorjaar - van maart tot april.

Deze plant wordt heel vaak gebruikt in de opstelling van alpiene rotstuinen, waar hij goed werkt tussen stenen. Het ziet er ook geweldig uit op muren, in openingen tussen stenen, maar ook in containers en potten. Samen met de rotslibel, phlox phlox, groenblijvende kleding en de tuinzwam vormt het de zogenaamde lente vijf, d.w.z. een groep van de meest waardevolle rotsplanten.

Kaukasische ganzen: standplaats en teelt

Ganzen kweken is heel eenvoudig en daarom erg populair bij tuinbezitters. Houd er bij het planten van planten rekening mee dat deze soort van zon en licht houdt. Planten zijn meer decoratief in direct zonlicht en de bloei is overvloediger. De grond voor de ganzen moet los, goed doorlatend en goed doorlatend zijn.

De ganzen moeten worden vermeerderd door in het voorjaar zaden in dozen onder dekens te zaaien. Zaailingen verschijnen meestal binnen 2-3 weken. Nadat 2-4 echte bladeren zijn geproduceerd, kunnen de zaailingen in individuele potten worden getransplanteerd.We planten zaailingen permanent in de herfst. De afstand tussen de planten moet minimaal 40 cm zijn. De ganzen houden er niet van om het te overdrijven, wat de moeite waard is om te onthouden bij het kiezen van een positie ervoor.

Planten blijven lang op één plek, dus je moet ze van tijd tot tijd verjongen. Tegelijkertijd kan de gans worden vermenigvuldigd. We kopen de plant in het voorjaar en verdelen deze in kleinere delen, die we direct op een vaste plek planten.

De Kaukasische ganzen zijn bestand tegen droogte en tolereren geen overloop. Langdurig drogen van de grond is echter niet wenselijk. Het vereist geen regelmatige bemesting, het is voldoende om het voor de bloei te voeden met kunstmest voor bloeiende planten.

Jonge planten moeten regelmatig worden gewied. Na verloop van tijd groeien de ganzen snel en is wieden niet meer nodig.

Laterale, opgaande scheuten schieten gemakkelijk wortel in de grond, waardoor de plant snel een groot oppervlak kan bedekken. Daarom moet de groei worden gecontroleerd door overgroeide scheuten te trimmen.Snoeien bevordert ook een overvloedige bloei. Snoei de gans in het late najaar tot een hoogte van 3-4 cm. De plant is vorstbestendig, maar in regio's met strengere winters is het de moeite waard om hem te bedekken met schors, tuniek of landbouwtextiel om hem te beschermen tegen mogelijke vorst.

Deze pagina in andere talen:
Night
Day