Tuinvioletsoorten bloeien rijker en hebben grotere bloemen. Een zeer waardevol viooltje met decoratieve bladeren en bloemen is het Labradorviooltje Viola labradorica, dat in het wild groeit in Noord-Amerika en Groenland. Planten van deze soort vormen korte, 5-10 cm plukjes hartvormige bladeren met lange staart, paars van kleur, vooral aan de onderkant. De cultivar 'Viride' heeft lichtgroene bladeren.
De bloemen zijn klein en hebben een lichtblauwe of lilablauwe kleur, zoals bij de soort 'Purpurea'.Ze ontwikkelen zich in april en mei, ze ruiken niet.Het labradorviooltje ziet er indrukwekkend uit in groepen van verschillende groottes in tuinen en parken, tussen bomen en struiken, maar ook op kleine hellingen en terrassen en in rotstuinen.
Het vlinderviooltje Viola sororia (Viola papilionaceae), afkomstig uit Noord-Amerika, vormt bolle bosjes van 15-20 cm hoog. De bladeren zijn groot, hartvormig of ovaal van omtrek, lange staart, en de bloemen zijn paars met een wit oog, geen geur. De variëteit 'Albiflora' heeft witte bloemen, 'Priceaena' - wit met donkerblauwe nerven, 'Freckles' - wit, blauwgevlekt en 'Framecheck Apricot' perzikgeel. Hij bloeit eind april en mei. Het groeit met korte, bovengrondse uitlopers, vooral goed op schaduwrijke en vochtige plaatsen. Het is zeer duurzaam.
Een van de grotere viooltjes (20-60 cm) is Viola elatior, gevonden in Centraal- en Oost-Europa, Siberië en China, met heldere lavendelblauwe bloemen op lange stelen. Bloeit in mei-juni. Het verspreidt zich gemakkelijk vanzelf. Het kan worden gekweekt in bloemenweiden en bloembedden.
Een zeer populaire soort is een nieuwkomer uit de Pyreneeën, de gehoornde viooltje Viola cornuta. Het groeit tot 25 cm. Het verschilt van de eerder beschreven soort door grotere bloemen met een lange uitloper en een lange bloei (van late lente tot herfst). Ze lijken op de bekende viooltjes.In de soorten zijn ze paars, en in de variëteiten blauw, geel en wit.Een van de mooiste soorten is 'Alba Minor' met sneeuwwitte bloemen en zeer lange en uitbundige bloei.