Het gepresenteerde voorbeeld van een gevarieerde meersoortenteelt van groenten beslaat de periode van februari tot april.
In februari zaaien we spinazie, radijs, veldsla en raapblaadjes. Daarnaast planten we witte koolrabi, krop- en bladsla.
Half maart zijn de meeste van de vroegste groenten al geoogst. Vrije plaatsen kunnen worden ingezaaid of herbeplant. Zo zaaien we onder andere bleekselderij, rucola, diverse soorten Aziatische sla, Italiaans witlof en vroege rapen. Later planten we zaailingen, bijvoorbeeld blauwe koolrabi. Denk bij het kiezen van groenten aan de principes van vruchtwisseling en probeer de plaats van teelt van individuele planten te veranderen.
Eind april is de kas vrij van ruimte voor zaailingen van tomaten, komkommers, aubergines, paprika's en bijvoorbeeld meloenen. Sterke en winterharde soorten groenten, zoals spinazie, sla en koolrabi, kunnen al buiten het overdekte frame worden geplant.
