Tweejarige planten zijn planten waarvan de volledige ontwikkelingscyclus, dat wil zeggen van het ontkiemen van zaden tot het vrijkomen van bloemen en fruit, twee groeiseizoenen duurt.In het eerste seizoen vormen ze alleen een bladrozet, in het tweede seizoen scheuten, bloemen en zaden.
Deze omvatten zowel typisch tweejarige soorten, d.w.z. soorten die in het tweede teeltjaar afsterven, na zaadafgifte, bijv. tuinviooltje, tuinklokje, paars vingerhoedskruid, bosvergeet-mij-nietje, als bloeiende vaste planten in het tweede jaar, en al in de volgende jaren, verliezen ze door een zwakkere bloei hun decoratieve waarde, b.v.marshmallow roze, baardanjer, toorts
Tweejarige planten worden vermeerderd uit zaden die in mei, juni of juli worden gezaaid in dozen gevuld met veensubstraat of direct in de grondZaailingen worden na 2-3 weken gedoken in meercellige pallets, potten of op de grond in de bedden.
Zaaien met strooisel, rijen of puntzaaien wordt niet vaak gebruikt om knijpen te voorkomen, vooral wanneer gepelletiseerde zaden worden gebruikt. Klaar zaailingen worden op een vaste plaats geplant, meestal in de herfst of na overwintering, in de lente van het volgende jaar.
Zaden van kaasjeskruid, paars vingerhoedskruid, bosvergeet-mij-nietje en tuinbel kunnen direct in de grond worden gezaaid op de voor hen geplande plaats.Terwijl de zaden van tuinviooltje, madeliefje en baardanjer zijn gezaaide dozen en een kant-en-klare zaailing wordt op een vaste plaats geplant.